Bericht

Terugblik op het Kenniscafé over Natuurinclusief wonen & bouwen in de stad

Geplaatst op 15 mei 2023, 15:59 uur
Illustration

Vorige week woensdag 10 mei kwamen ongeveer 40 Amsterdammers samen om te praten over de toekomst van de groen stad: studenten stedenbouwkunde, architecten, bewoners, natuurliefhebbers en ecologen. Landschapsarchitecte Maike van Stiphout begon de bijeenkomst met een korte presentatie over wat natuurinclusief bouwen en wonen precies inhoudt; langs welke assen ben je nou eigenlijk natuurinclusief bezig?

Tijdens het panelgesprek met Maike Stiphout, stadsecoloog Geert Timmermans, architect Jacques Vink en bewoonster Irene de Jongh bleek al snel dat natuurinclusief bouwen en vormgeven eigenlijk nog een beetje nieuw terrein zijn. We zijn nog niet gewend om de stad ook te zien als een biotoop, en bijvoorbeeld architecten worden er (nog) niet in opgeleid om gebouwen te ontwerpen en bouwen die onderdeel uitmaken van deze biotoop. Er is ook nauwelijks onderzoek over te vinden, en dat terwijl er (vooral vanuit jongeren en studenten) steeds meer vraag is naar dit soort kennis.

Volgens Geert Timmermans zou de Rijksoverheid eigenlijk een soort basis of minimum aan natuur en duurzaamheid moeten eisen bij nieuwbouwprojecten in de stad, daar zouden 'wij' als bewoners en natuurliefhebbers voor kunnen lobbyen. En gesprekken aangaan met bijvoorbeeld woningcorporaties die oude woningen gaan verbouwen. Privé eigenaren zijn een nog veel lastiger te bereiken doelgroep, maar daar kunnen we bijvoorbeeld subsidies voor bedenken die in lijn zijn met de Hoofdgroenstructuur. Maike van Stiphout pleit daarnaast ook voor inspraak in vve's (verenigingen van eigenaren), in de vorm van een persoon die specifiek namens de natuur in het bestuur van de vve's plaatsneemt. 

Eén van de aanwezige bewoners merkt op dat het erg handig zou zijn als er een toolkit of handleiding wordt aangereikt vanuit de gemeente, waarin de basiskennis staat. Je moet bijvoorbeeld maar net weten in welk deel van de stad je welke soorten kan aantrekken. Zo heeft het bijvoorbeeld weinig zin om bij het aanleggen of verbouwen van een woning in het centrum rekening te gaan houden met otters, terwijl je wel kan proberen om het vleermuis- en vogelvriendelijk te maken. Groene daken helpen de insecten dan weer een handje, en brandnetel is een veel waardevoller waardplant dan bijvoorbeeld een hortensia. En ga zo maar door...

Tijdens de workshop was er meer aandacht voor de leefgebieden van bepaalde soorten, zoals de egel, de vleermuis, de uil en de huismus. Wat hebben zij nodig? Hoe maak je ze blij? In groepjes gingen we op ontdekking uit en wisselden de opgedane kennis uit. Zo blijkt dat egels een enorm leefgebied hebben en ze erg gebaat zouden zijn bij egelpoortjes in de schuttingen van tuinen, waardoor ze makkelijker kunnen oversteken. Dat heeft weer invloed op de inrichting van gebouwen en openbare ruimte. Een fantastische uitkomst voor zowel vogels als insecten is het plaatsen van nectar- en bessenrijke struiken tegen de gevels van gebouwen. Zo maar een greep uit de laagdrempelige oplossingen die de revue passeerden. 

Tot slot openden we de nieuwe mini expositie in het trappenhuis van het Hugo de Vries Lab, over de Amsterdamse stadsnatuur door de eeuwen heen* en rondden af met een drankje en de heerlijke hapjes van Slowfood Amsterdam

* Wil jij de mini expositie 'De Amsterdamse stadsnatuur door de eeuwen heen' ook bewonderen? Kom dan een keer langs bij het Groenpunt020 (Plantage Middenlaan 2E) tijdens kantoortijden (tussen 09:00 en 17:00)

Deel dit: